Skip to main content
Als je op een link klikt en een aankoop doet, krijgen we mogelijks een kleine commissie. Lees ons redactiebeleid.

Tropico 3

Camino del Presidente

Wie zich de culthit Tropico (2001) nog herinnert weet dat het een vlotte city builder was, gezet in een Caribische bananenrepubliek gedurende de Koude Oorlog. Hij weet nog dat het een grappig spel was, en een erg slimme deconstructie van de mythes en stereotypes rond de figuur van de Zuid-Amerikaanse dictator. Echt goede guajira speelde er op de achtergrond - componist Daniel Indart won er in 2002 nog een Interactive Achievement Award voor. Wie het zich allemaal niet herinnert weet nu tenminste dat Tropico 3 een van die games is die het moet afleggen tegen zijn voorgangers.

Want die waren goed. Tropico 2 gooide de setting om, tenminste in de tijd: van de jaren ’60 naar de jaren 1600. De Caraïben in 1600 betekent piraten. Piraten of niet, het wordt als de mindere van de twee beschouwd. Met Tropico 3 bevinden we ons terug in de Koude Oorlog.

Strikt gezien zou ik ergens 'waagt voor het eerst de stap naar 3D' kunnen zetten en uit lunchen gaan, maar het lijkt ongepast. Dertien jaar na Super Mario 64 is er goed nagedacht over 3D, de tradities vastgelegd. Ook city builders hebben een paar dingen onthouden die goed werken. Tropico 3 heeft goed opgelet de laatste jaren, want de interface en controls zijn onmiddellijk vertrouwd voor iedereen die post-Sim City 2000 nog eens een stadje heeft willen dirigeren. Daar is de mini-map, linksonder; de overlay-knoppen erboven kleuren de kaart naar de hoeveelheid vervuiling, de vruchtbaarheid van de grond; met de middelste muisknop draai je de camera, rechts klikken opent het bouwmenu. Links klikken plopt een gebouw neer - 50's en 60's ontwerpen in Zuid-Amerikaans palet: elektronisch blauw, vitale oranjes, hier en daar een scheut Spaans-koloniaal eiwit en rococo tussen de golfplaten daken. Ziekenhuizen zien er modern uit, maar zoom in en daar zijn de vochtplekken, de graffiti, de geïmproviseerde airconditioners tussen halfopen ramen gepropt. De uiteenlopende toevoegingen van een maatschappij die het niet helemaal serieus kan onderhouden. Tropico 3, technisch en uiterlijk, is glad.

De andere Tropico’s spraken een zekere ‘El Presidente’ aan. Presidente, iedereen is aan ‘t verhongeren. Het volk heeft nood aan een nachtclub, señor Presidente. Tropico 3 spreekt El Presidente nog steeds rechtstreeks aan, maar hij is de speler niet meer. Deze keer is hij een avatar, te besturen en te ontwerpen. In het character creation scherm kan El Presidente zich enten op andere Zuid-Amerikaanse dictators, echte en verzonnen: Ché Guevara, Pinochet, Juan én Evita Peron; en wie herinnert zich nog het bloederige regime van President Voodoo Pizzaman? De New Agers en ijscomannen, that's who.

Een stuk of vijf verschillende outfits, haarstijlen, snorren en hoeden zijn er om mee te spelen; ze geven al snel een paar vertrouwde combinaties: de oude professor-dictator, de generalissimo - man of vrouw. Elke Presidente heeft ook een persoonlijkheid, vooraf in te stellen, die voor- en nadelen biedt aan zijn eiland, en de opties hier zijn uitgebreider. Great Shmoozola bijvoorbeeld is de suprême gatlikker, iedereen heeft hem liever, alleen de slimmeren onder de bevolking doorzien hem. De grappigste combinatiemogelijkheid konden we niet kiezen: workaholic bij positieve eigenschappen en alcoholic bij de negatieve. Sommige eigenschappen sluiten anderen uit. Een ‘onkreukbare’ ‘kleptomaan’ kan je niet maken, waardoor El Presidente tenminste geen ‘hypocriet’ is.

El Presidente kan officiële bezoekjes brengen aan gebouwen om ze productiever te maken, of vroeger dan dat: aan de bouwvakkers. Hij kan hen aansporen sneller te werken, en dit is wat je hem het vaakst zal willen opdragen. Tropico loopt op Caribische tijd, en als er tussen het experimenteren met politieke systemen en het maken van goede muziek in eens een parkeergarage of appartementsblok afraakt, dan zal het per ongeluk zijn. Een stereotype waar Tropico 3 ook lichtjes de draak mee steekt, want het spel is gelijke delen satire en city building. Een schone dag, en pluim voor Tropico, dat een city builder het mooiste stuk satire is dat ik de laatste jaren gezien heb, ongeacht het medium. Het is niet structureel of technisch dat de nieuwste Tropico het moet afleggen tegen zijn voorgangers. Tropico was in de grond een vrij gewone city builder. De toon, de humor, de stijl, dat waren de breekbaarste tandwielen van zijn machine. Als je je daar zorgen over maakte: wees gerust, ze worden intact geleverd.