Skip to main content
Als je op een link klikt en een aankoop doet, krijgen we mogelijks een kleine commissie. Lees ons redactiebeleid.

Frederik's Favorite Five of 2010

...én zijn persoonlijke vooruitblik op 2011.

"Het is gebeurd", zoals Erik Van Looy zou zeggen. Alea iacta est en de resultaten zijn binnen. Vandaag is het mijn beurt om uit de doeken te doen welke titels van 2010 wederom een geslaagd gamejaar gemaakt hebben. Maar alvorens ik die vijf bewuste titels hier de hemel inprijs, toch even een woordje over de afgelopen 365 dagen. De grootste gebeurtenis van het jaar was zonder enige twijfel de plotse breuk tussen Activision en het bestuur van topstudio Infinity Ward. Het besloten, maar tegelijk open karakter van de gamesindustrie is verdwenen en werd ingeruild voor een veeleer bekrompen en hebberige attitude van de uitgevers. Het punt dat ik hier in deze -veel te korte- alinea wil maken is dat in 2010 nog maar eens duidelijk werd dat centjes nog te vaak ten spijt gaan van de creativiteit. Gelukkig wierpen meer indie-games dan ooit hun volle gewicht in de schaal om de balans in evenwicht te brengen en het hoeft dan ook geen verrassing te heten dat zij mijn top 5 bijna volledig bezetten.

Nummer vijf - Mount & Blade: Warband (PC)

Van kinds af aan wordt ons geleerd dat een eerste indruk vaak bedrieglijk kan zijn. Dat indachtig besloot ik na mijn eerdere ervaringen met Mount & Blade diens opvolger Warband, toch een kans te geven. En die vergevingsgezindheid werd al snel beloond. Het vraagt enkele uren om het klappen van de zweep te leren, maar éénmaal jouw groepje volgelingen wat aangegroeid is en je zelf wat handiger bent met zwaard en boog, zie je al snel hoe groots en uitgebreid de opzet van Warband wel niet is. De quests die de inwoners van Calradia je geven, zijn vaak wat inspiratieloos, maar daar draait het in Warband niet om. Nee, veel leuker is het om je eigen pad uit te stippelen en als gewetenloze struikrover hele dorpen uit te roeien, je diensten als huurling aan de hoogstbiedende vorst te verlenen of een revolutie te ontketenen en zelf de kroon op te eisen. Net iets te ruw rond de kantjes om tot de hogere regionen van dit lijstje door te stoten, maar dat neemt niet weg dat dit dé sanboxgame is voor iedereen die in bed al eens graag een middeleeuwse schone schaakt. In z'n dromen weliswaar.

Nummer vier - Metro 2033 (PC, X360)

Een heel interessante game waarvan de ontwikkelaars overduidelijk nagedacht hebben over mogelijkheden om het verzadigde shootergenre iets meer diepgang te geven. Het klinkt misschien irritant wanneer ik zeg dat je je zaklamp moet opwinden om voldoende licht te produceren of een luchtdrukwapen regelmatig opgepompt moet worden om te blijven presteren, om nog maar te zwijgen van het feit dat kogels eigenlijk het geld zijn waarmee je handel voert in deze game. Maar vergis je niet, deze en nog andere kleinigheden maken dat je constant op de tippen van je tenen loopt en dat bezorgde mij één van de meest intense ervaringen dit jaar. Mede geholpen door de fantastische audiovisuele prestatie is Metro 2033 een game die sfeer te over heeft. De post-apocalyptische Russische metro met hier en daar kleine groepjes overlevenden en in het centrum één stad, is wat mij betreft de meest sfeervolle setting die ik de laatste jaren bezocht heb. Als pure shooter bekeken laat Metro 2033 hier en daar een steekje vallen, maar als totaalervaring is deze shooter dit jaar onovertroffen gebleven voor mij.

Nummer drie - Minecraft (PC)

Minecraft is meer dan een game. Minecraft is een statement. Als één enkele ontwikkelaar in nog geen twintig maanden een project van deze omvang kan verwezenlijken, rijst bij mij de vraag waarom studio's met een personeelsbestand groter dan het gemiddelde Vlaamse dorp hun tijd nog verdoen met de zoveelste lineaire WO II-shooter. Markus Persson bewees eigenhandig dat je geen DLC, tonnen promotie, gevestigde franchise of Space Marines nodig hebt om je game tot bij een groot publiek te brengen en er nog iets aan weet te verdienen ook. Solide gameplay, dat is wat een game maakt of kraakt en gelukkig valt Minecraft in die eerste categorie. Een toepasselijkere uitspraak dan the sky is the limit zal je niet vinden om deze indie-parel te beschrijven. Je kan bouwen tot je erbij neervalt, uitgestrekte gebieden verkennen, donkere gangenstelsels afspeuren naar rijkdommen of gewoon verloren lopen en je vergapen aan de pracht en praal van zo'n random gegenereerde wereld. Bovendien is Minecraft ongezond verslavend, want je wil toch nog één extra kamer voor je fort uitgraven of nog net iets dieper verkennen of nog net dat beetje hoger klimmen. En om al die redenen mag Minecraft zijn verdiende plek opeisen in deze top 5.

Nummer twee - Super Meat Boy (X360, PC)

Met enige argwaan bekeek ik de eerste beelden van Super Meat Boy enkele jaren geleden. Was hier nog wel nood aan in 2008, stelde ik mezelf de vraag, maar na het spelen van de Flash-versie verdween die twijfel als sneeuw voor de zon. Dit was platforming geperfectioneerd en gedistileerd tot z'n puurste essentie. Eind dit jaar werd het lange wachten dan ook eindelijk beloond en het tweekoppige Team Meat verbaasde vriend en vijand met Super Meat Boy. Super Meat Boy windt er namelijk geen doekjes (of pleisters) om, sterven zal je, keer op keer, en het zal telkens opnieuw jouw falende reactievermogen of behendigheid zijn. Net omdat de controls zo perfect uitgebalanceerd en vlot zijn, voelt het nooit aan alsof de game de bovenhand heeft. Een ander geniaal idee was het om er personages uit andere indie-games bij te betrekken. Op het einde van de dag blijkt Super Meat Boy gewoon een enorm gepolijste game met een overvloed aan content en een hoge "nog één keertje en dan kap ik ermee"-factor te zijn. Je zou een game voor minder in je top 5 opnemen, nietwaar?

Nummer een - VVVVVV (PC)

Less is more is een beschrijving die perfect past bij VVVVVV. Met VVVVVV creëerde ontwikkelaar Terry Cavanagh een vreselijke, verrukkelijke, volmaakte, verrassende, verontrustende en vindingrijke platformgame zoals we ze zelfs 20 jaar geleden zelden de revue zagen passeren. Het uitzicht en geluid doen meteen aan de Commodore 64 games van weleer denken, maar vergis je niet. VVVVVV is anders - en beter. Hoewel de moeilijkheidsgraad vaak zo hoog ligt dat je voor een voldongen feit lijkt te staan, steekt frustratie nooit de kop op. En wel om de simpele reden dat je, éénmaal je sterft, gewoon de tijd niet krijgt om het uit te schreeuwen of je toetsenbord tegen de muur te keilen. In een fractie van een seconde sta je opnieuw bij het laatste checkpoint waarvan er vaak een tweetal per scherm zijn en probeer je gewoon nog een keer die onmogelijke situatie naar je hand te zetten.

En dat is waar VVVVVV schittert. Om de korte levels tot een goed einde te brengen moet je zowel je tijd durven nemen om een situatie te overschouwen als vervolgens tijdens de uitvoering van je plan vingervlug te navigeren om dat alles dan uiteindelijk nog een keer over te doen. Maar fantastisch is het gevoel wanneer je een onmogelijk lijkende situatie na letterlijk honderden pogingen eindelijk één keertje overwint. En het was het allemaal waard. Het vernuftige design van de game werd door Quitin Smith vergeleken met een doos pralines en daar slaat hij de nagel op de kop. Eénmaal de strik van rond het doosje is, weet je dat er je een hele hoop lekkers te wachten staat en zorgen zowel de vernuftig ontworpen levels als de zoete, intense smaak van overwinning ervoor dat je in één ruk doorspeelt tot het einde. En daarom is VVVVVV van alle games die in 2010 verschenen, waarschijnlijk diegene die me het langst zal bijblijven.

En wat nog in 2011?

Een wijs man sprak ooit de gevleugelde woorden "Alles kan beter", en dat gaat ongetwijfeld ook op voor 2010 als gamesjaar. Op het lijstje met titels waarvan ik spontaan ga watertanden staat onder andere The Witcher 2. Een grimmige alternatieve fantasy-setting, meer keuzevrijheid, opnieuw een diepgaand verhaal en een opvallend mooie grafische aankleding zullen ervoor zorgen dat deze sequel het origineel met gemak overtreft. Een andere RPG waarvan de voorganger gebukt ging onder een afgrijselijke grafische engine, is The Elder Scrolls V: Skyrim en ook die verdient een plaatsje in deze lijst. Als kleine jongen heeft Morrowind een onuitwisbare indruk op me nagelaten en hoewel Skyrim die wellicht niet alsnog zal kunnen uitwissen, koester ik stiekem toch de hoop op een gevarieerde spelwereld met inwoners waarvan de grijze massa groter is dan die van de gemiddelde mudcrab.

Ten andere verwacht ik ook heel veel van From Dust, de downloadable game van Eric Chahi waarin je puzzels moet oplossen met de natuurkrachten en het terrein als dynamische puzzelstukjes. Tijdens de presentatie op de Gamescom dit jaar liet vooral de technologie een ferme indruk op me na en hetzelfde kan gezegd worden van Overgrowth. Overgrowth geniet bij het grote publiek weinig bekendheid, geheel onterecht uiteraard. Konijnen die het als ware ninja's opnemen tegen wolven met een breed arsenaal aan gevechtsmoves die naadloos aan elkaar geregen worden en jou de volledige controle geven, waarom kon niemand daar eerder op komen? Dan is er tenslotte nog één titel nodig om dit lijstje te vervolledigen en die eer valt Trine 2 te beurt. Trine was een feeërieke platformer die me om één of andere reden heel blij maakte een gamer te zijn. Trine had een perfecte lengte, bouwde goed op en bood voldoende afwisseling. Genoeg redenen om uit te kijken naar de opvolger die daarenboven voor het eerst online co-op zal bevatten. Meer dan jaar van de waarheid voor België wordt 2011 het jaar dat de geschiedenisboeken zal ingaan als het jaar van de videogame.

Read this next